"LET THERE BE LIGHT" Ministries
home  |  Dutch Booklets

WAAROM  KNIELEN  PROTESTANTEN
ZICH  NEER  VOOR  DE  PAUS ?



Eerste Druk, 2001
Copyright © 2001 voorbehouden aan

“LET THERE BE LIGHT” MINISTRIES (rs)
PO BOX 1776
Albany, OR 97321
U.S.A.
www.LightMinistries.com

Vertaling: W. Muurling




     Alle rechten voorbehouden. Hierbij wordt toestemming verleend dit werk te herdrukken, mits het wordt gedupliceerd in het geheel, zonder enige verandering en/of commentaren.




     Voor meer boekwerken, alsmede een complete lijst te ontvangen van ander beschikbaar materiaal, Schriftelijke verzoeken richten aan:

BOOKLETS
P.O. BOX 1776
ALBANY, OR  97321
U.S.A.




WAAROM  KNIELEN  PROTESTANTENZICH
NEER  VOOR  DE  PAUS?

     Zondag, de eerste dag van de week, wordt tegenwoordig aangeduid als de "Christelijke Sabbat". Het is echter niet altijd zo geweest! Van oudsher is zondag de dag geweest waarop heidenen, heksen, sjamanen en andere spirituele personen de zon aanbeden; vandaar de naam zon-dag. Het was niet de dag om de hemelse God te aanbidden, maar de aardse god – Lucifer, Satan of de duivel. Dit gebruik stamt uit de tijd van het antieke Babylon en Nimrod.
     De Schepper heeft ons opgedragen de zevende dag van de schepping, de Sabbat, te heiligen en te gedenken (zie Genesis 2:2-3, Exodus 20:8-11); maar in tegenstelling tot dit gebod, vieren christenen wereldwijd zondag, de eerste dag van de week. Waarom en wanneer is dit gebruik veranderd? De Rooms Katholieke Kerk verklaart:
     "De waarschijnlijk meest onbeschaamde, meest revolutionaire verandering die de Kerk ooit heeft aangebracht in de eerste eeuw. De heilige dag, de Sabbat, werd verplaatst van zaterdag naar zondag. 'De dag des Heren' werd gekozen, niet op instructie van de Geschriften, maar door de Kerk haar gevoel van macht....Wie denkt dat de Geschriften de enige autoriteit zouden zijn, zou logisch gezien…de zaterdag heiligen.” St. Catherine Church Sentinel, Algonac, Michigan, 21 May 1995.

     "Enkele theologen waren van oordeel dat ook God, rechtstreeks onder de Nieuwe Wet, de zondag als dag van aanbidding bepaalde; dat Hijzelf nadrukkelijk de zondag wisselde voor de Sabbat. Deze theorie is echter geheel opgegeven. Nu is men over het algemeen van oordeel dat God Zijn Kerk eenvoudigweg de macht gaf om, om het even welke, een dag of dagen die zij passend achtte als Heilige Dag(en)af te zonderen. De Kerk koos zondag, de eerste dag van de week, en voegde daar in de loop der tijd andere dagen aan toe als heilige dagen." John Laux, Een studie in religie voor Hoge Scholen en Academies, editie van 1936, vol. 1, p. 51.

     "Meer dan duizend jaar, voordat er een Protestantse Kerk bestond, heeft de Katholieke Kerk, dankzij haar goddelijke roeping, de dag van zaterdag naar zondag verplaatst....Bij haar geboorte ondervond de Protestantse Wereld dat de viering van de Christelijke Sabbat te diep geworteld was om haar bestaan tegen te werken en werd deze ordening beschouwd als een noodzakelijke berusting; zodoende, gedurende de laatste driehonderd jaar impliciet te bevestigen dat de (Katholieke) Kerk het recht heeft de dag te verplaatsen. De Christelijke Sabbat is dus tot op heden het erkende resultaat van de Katholieke Kerk als eega van de Heilige Geest, zonder een enkel woord van protest uit de Protestantse Wereld." James Cardinal Gibbons in The Catholic Mirror, 23 September 1893.

     "Vraag - Welke is de Sabbatsdag?
     "Antwoord - Zaterdag is de Sabbatsdag.
     "Vraag - Waarom houden wij ons aan zondag in plaats van zaterdag?
     "Antwoord - Wij houden zondag in plaats van zaterdag omdat de Katholieke Kerk…de plechtigheden van zaterdag naar zondag verplaatst heeft." Peter Geiermann, C.S.S.R., Catechismus van Katholiek Doctrine voor Bekeerlingen, 3e  editie, 1957.

     Het is ons dus duidelijk dat de Rooms Katholieke Kerk de Sabbatsdag van God heft verplaatst naar zondag. Maar op wiens gezag of autoriteit is de Sabbatsdag van God van het vierde gebod verplaatst naar zondag? De Rooms Katholieke Kerk verklaart trots:
     "De autoriteit van de Kerk kon daarom niet zijn gebonden aan die van de geschriften, omdat de Kerk de Sabbat heeft verplaatst naar zondag, niet op Christus’ gezag, maar op haar eigen autoriteit." Canon en Traditie, p. 263.

     "Is volgens de Bijbel en de Tien Geboden, Zaterdag de zevende dag? Ik antwoord met Ja. Is zondag de eerste dag van de week en heeft de Kerk de zevende dag, zaterdag, verplaats naar zondag, de eerste dag van de week? Ik antwoord met Ja. Heeft Christus de dag verplaatst? Ik antwoord met Nee!
     "Faithfully Yours, J. Card. Gibbons." James Cardinal Gibbons, Aartsbisschop van Baltimore, Md. (1877-1921), in een door hem ondertekende brief.

     "Hierdoor kunnen wij begrijpen hoe groot de autoriteit van de Kerk is, in het interpreteren en ons verklaren van de geboden van God – een autoriteit die wordt erkend door de wereldwijde praktijk van de gehele Christelijke Wereld; zelfs door sekten die belijden dat de heilige Geschriften hun enige geloofsgeschriften zijn, omdat zij zich niet houden aan de rustdag van de zevende dag, zoals voorgeschreven in de Bijbel, maar die van de eerste dag. Wij weten dat die geheiligd moet worden, enkel en alleen door traditie en lering van de Katholieke Kerk." Henry Gibson, Vereenvoudigde Catechismus, #2, 9e editie, vol. 1, p. 341-342.

     "Bijvoorbeeld, nergens in de Bijbel vinden wij dat Christus of de apostelen voorschreven dat de Sabbat verplaatst moest worden van zaterdag naar zondag. Wij hebben het gebod van God, dat Hij aan Mozes gegeven heeft om de Sabbatsdag, de zevende dag van de week, te heiligen. Tegenwoordig vieren de meeste Christenen de zondag, omdat het door de [Rooms Katholieke] Kerk, buiten de Bijbel om, aan ons is geopenbaard." Catholic Virginian, 3 Oktober 1947, p. 9, Artikel: “Om u de waarheid te zeggen.”

     "Onder hevige donderslagen ontving Mozes deze goddelijke code (de Tien Geboden) op de berg Sinaï, geschreven door de vinger van God op twee stenen tafelen…Christus heeft deze geboden samengevat in het dubbele gebod van de liefde – liefde voor God en liefde voor de naaste. Hij verklaarde deze als bindend onder de Nieuwe Wet in Mattheüs 19 en in de Bergrede (Mattheüs 5)....De Katholieke Kerk echter, na de rustdag van de Joodse Sabbat, ofwel de zevende dag van de week, verplaatst te hebben naar de eerste dag van de week, maakte het Derde Gebod als een verwijzing naar de zondag, om die te gedenken en te heiligen als de Dag van de Heere." De Katholieke Encyclopedie, vol. 4, “De Tien Geboden”, editie 1908 door Robert Appleton Company; en on-line editie van 1999 door Kevin Knight, URL: http://www.newadvent.org/cathen/04153a.html, John M. Farley, Aartsbisschop van New York.

     "…Had zij zulke macht niet gehad, dan had zij dat, waar alle moderne religionisten met haar mee instemmen, niet kunnen doen;  zij had de viering van zaterdag, de zevende dag van de week, niet kunnen verplaatsen naar zondag, de eerste dag van de week, een verandering waarvoor geen Schriftuurlijke autoriteit is." Stephen Keenan, Een Doctrinale Catechismus over de Gehoorzaamheid Verschuldigd aan de Kerk, 3e editie, Hoofdstuk 2, p. 174 (Imprimatur, John Cardinal McCloskey, Aartsbisschop van New York.)


     Aangezien de Rooms Katholieke Kerk, op aanspraak van haar eigen macht en autoriteit, de dag van aanbidding van God verplaatst van zaterdag – de zevende dag van de week - naar zondag – de eerste dag van de week; en niet op macht en gezag van God zoals gevonden wordt in de Bijbel, dan is de zondagsviering enkel en alleen een creatie van de Rooms Katholieke Kerk, niet van God! Bovendien is de Katholieke Kerk niet bang dit toe te geven!
     "Is niet elke Christen verplicht zondag te heiligen en geen onnodige arbeid te verrichten op die dag? Is de naleving van de wet niet één van de meest belangrijkste van onze heilige plichten? Je kunt de Bijbel van Genesis tot en met Openbaringen doorlezen, maar je zult niet één enkel vers vinden dat de heiliging van de zondag bekrachtigt. Der Geschriften dwingen tot de religieuze viering van de zaterdag, een dag die wij nooit heiligen." James Cardinal Gibbons, Het Geloof Van Onze Vaderen (editie  1917), p. 72-73. (16e editie, p. 111; 88e editie, p 89).

     "Zij, [de Protestanten]  houden het voor hun plicht de zondag te heiligen. Waarom? Omdat de Katholieke Kerk hun zegt het te doen. Een andere reden daarvoor hebben ze niet. De viering van de zondag wordt zo een kerkelijke wet, die totaal verschilt van de goddelijke wet ten aanzien van de Sabbatsviering....De schepper van de zondagswet…is de Katholieke Kerk.” Ecclesiastical Review, February 1914.

     "De zondag…is puur een creatie van de Katholieke Kerk." American Catholic Quarterly Review, January 1883.

     "Zondag…is alleen de wet van de Katholieke Kerk…" American Sentinel (Catholic), June, 1893.

     "De zondagsviering is een Katholiek instituut en haar recht op die viering kan alleen worden verdedigd op Katholieke principes....Van begin tot eind is er in de Bijbel niet één enkele passage dat de verplaatsing van de publieke aanbidding van de laatste dag naar de eerste dag van de week rechtvaardigt." Catholic Press, Sidney, Australia, August 1990.

     Leden van de Katholieke Kerk is geleerd de autoriteit van de Paus en hun Kerk hoger te achten dan de autoriteit van God en voelen zich daardoor geheel tevreden het gebod van Rome, ten aanzien van de zondagsheiliging, na te leven. De leden van de verschillende Protestantse Kerken echter, ontkennen de autoriteit van de Kerk van Rome. Desondanks blijven zij aanbidden op zondag – de dag waar alleen de Katholieke Kerk aanspraak maakt om die te heiligen. Of de Protestanten het al of niet toegeven, door te continueren met aanbidding op zondag, gehoorzamen zij het gebod van de Rooms Katholieke Kerk en haar Paus en niet het gebod van God!
     "Het is goed de Presbyterianen, de Baptisten, de Methodisten en alle andere Christenen er aan te herinneren dat de Bijbel hen nergens ondersteunt in hun zondagsviering. De zondagsviering is een instituut van de Rooms Katholieke Kerk, en hen die de zondagsrust vieren, houden zich aan een gebod van de Katholieke Kerk." Priester Brady, in een toespraak gepubliceerd in The News, Elizabeth, New Jersey, 18 Maart 1903.

     Door het gebod van Rome en niet dat van God te gehoorzamen, knielen de zondagvierende Christenen zich neer in een eerbetoon aan de Paus van het Katholicisme, niet aan de God in de hemel – het is duidelijk dat Rome hier goede notie van heeft!
     "Het was de Katholieke Kerk…die deze rustdag verplaatst heeft naar zondag, ter nagedachtenis van de opstanding van onze Heer. De zondagsviering door de Protestanten is, ondanks henzelf, dus een eerbetoon aan de autoriteit van de Katholieke Kerk." Monseigneur Louis Segur, Plain Talk About the Protestants of Today, p. 213.

     "Nadat de Katholieke Kerk de verandering heeft aangebracht, accepteren de Protestanten zondag eerder dan zaterdag als dag van publieke aanbidding…Door zondag te vieren, accepteren zij de autoriteit van de woordvoerder van de Kerk, de Paus." Our Sunday Visitor, February 5, 1950.

     "Herhaaldelijk heb ik een ieder, die mij uit de Bijbel kan aantonen dat ik gehouden ben zondag te heiligen, duizend dollar aangeboden. Er is in de Bijbel niet één zulk een wet. Het is enkel en alleen de wet van de heilige Katholieke Kerk. De Bijbel zegt: 'Gedenkt de Sabbatsdag en heiligt die'. De Kerk zegt: 'Nee. Vanwege mijn goddelijke macht schaf ik de Sabbatsdag af en commandeer ik u de eerste dag van de week te heiligen.' En ziet! De gehele beschaafde wereld knielt zich neer in een onderdanige gehoorzaamheid aan het gebod van de heilige Katholieke Kerk." father T. Enright, C.S.S.R. of the Redemptoral College, Kansas City, in een lezing in Hartford, Kansas, 18 februari 1884. Gedrukt in History of the Sabbath, p. 802.

     In alle eerlijkheid proberen de meeste Protestanten, zo goed als zij kunnen, God te dienen en te aanbidden, maar zijn onwetend van dit dilemma. Toch proberen velen, in confrontatie met de waarheid van zondagse aanbidding als zijnde slechts een gebod van Rome en niet van God, deze verplaatsing van zaterdag naar zondag te verklaren op Bijbelse gronden. Er is echter niet een enkel vers in de Bijbel te vinden dat duidelijk verklaart dat God Zijn Sabbat heeft verplaatst naar de eerste dag van de week! Waarom dan, durven ze de eerste dag van de week te verheerlijken boven de Sabbatsdag van de Here en toch zeggen niet de Paus maar God te dienen en te aanbidden?
     Er worden tal van redenen aangevoerd om, in plaats van de Bijbelse Sabbat, de eerste dag van de week te vieren; die wij vervolgens één voor één onder de loep zullen nemen.


Eerste Reden:

     "Verlossing is belangrijker dan de schepping, daarom moeten wij, in plaats van de aloude Sabbat van de Here, de dag van Christus’ opstanding vieren."

     Waar heeft God dit gezegd? Het wordt niet teruggevonden in het Woord van God. Welk recht heeft men dan dit te beweren en vervolgens de verplaatsing van de Sabbatsdag hierop te baseren? God heeft nooit van ons verlangd een dag te bepalen als gedenkdag van de opstanding. Hij heeft ons echter wel geboden de Sabbatsdag te heiligen als een herdenking van de schepping en zodoende Hem te erkennen als onze Schepper.

     Als het om die reden een plicht zou zijn een dag van de week te vieren, dan zou de dag van de kruisiging de beste aanspraak kunnen maken. Er wordt niet gezegd dat wij verlossing hebben door Christus’ opstanding, maar door het plengen van Zijn bloed (zie Openbaringen 5:9; Efeze 1:7; Kolossenzen 1:14; Hebreeën 9:12-15). De wonderlijke handeling van Jehova, door Zijn geliefde en eniggeboren Zoon te geven om te sterven voor een ras van rebellen, was een schouwspel van verlossende liefde, waar het universum in verwondering voor eeuwig naar kan staren. Wie is verbaasd dat de zon was gehuld in duisternis en dat de gehele natuur beefde bij deze aanblik! De dag van de kruisiging maakt daarom meer aanspraak dan de dag van de opstanding, God echter heeft geen van beide dagen bepaald als Sabbatsdag.
     Als wij de verlossing gedenken, dan is er geen reden om de dag van de Here te beroven van haar heiligheid om dat te doen, want God heeft ons voorzien van herdenking voor deze gebeurtenis (zie 1 Corinthiërs 11:23-26).


Tweede Reden:

     "De discipelen kwamen bijeen op de dag van de opstanding van onze Here, om deze gebeurtenis te gedenken en de Zaligmaker wettigde deze bijeenkomst door Zich bij hen te voegen" (zie Johannes 20:19).

     Zelfs als dit waar zou zijn, dan nog zou het niet aantonen dat de Sabbatsdag van de Here was veranderd. Verscheidene dagen geloofden de discipelen niet dat hun Heer was opgestaan uit de dood, maar kwamen bijeen voor een gemeenschappelijke maaltijd en om zich af te zonderen van de Joden (zie Marcus 16:12-14; Johannes 20:19). De discipelen gedachten dus niet de opstanding van de Zaligmaker en het is van gelijkwaardig belang dat zij geen notie hadden van een verandering van de Sabbat. Zij hielden zich aan de Sabbat, volgens het gebod en vatten hun werk op, op de eerste dag van de week (zie Lukas 23:55-56, 24:1).


Derde Reden:

     "'Na acht dagen’ voegde Jezus Zich weer bij Zijn discipelen (zie Johannes 20:26). Dit moet de eerste dag van de week zijn geweest, en is hiermee bewezen de Christelijke Sabbat te zijn."

     Wie is er zeker van dat "na acht dagen" slechts een week betekend? Na een letterlijke constructie van de taal zou men kunnen concluderen dat dit op de negende dag was, "nadat acht dagen" voorbij waren.
     Maar als "na acht dagen" slechts een letterlijke week betekend, hoe kan dit dan aantonen dat zondag de "Christelijke Sabbat" werd als er geen greintje bewijs is dat Christus of Zijn discipelen ooit gerust hebben op deze dag? Er is in de Bijbel niet een term als "Christelijke Sabbat" te vinden. De enige wekelijkse Sabbat, die met name genoemd wordt in de Bijbel, is de Sabbat van de Here – de zevende dag (zie Genesis 2:2-3).

     Het is niet zo verwonderlijk dat Christus Zijn bijeengekomen discipelen kon vinden, aangezien zij een gezamenlijke verblijfplaats hadden (zie Handelingen 1:13).


Vierde Reden:

     "De Heilige Geest kwam neer op de discipelen op de dag van Pinksteren, wat de eerste dag van de week was. Daarom moet de eerste dag van de week worden gevierd in plaats van de Sabbat van de Here" (zie Handelingen 2:1-2).

     Toegegeven, de dag van Pinksteren deed zich voor op de eerste dag van de week; het staat nog te bezien dat deze dag daardoor de Sabbatsdag werd. Het was het feest van Pinksteren en niet de eerste dag van de week die God bepaalde te worden geëerd.
     De Pinksterdag wordt apart genoemd, maar de dag van de week waarop het zich voordeed ging voorbij in stilte. Het was niet een Hemels ontwerp de eerste dag te eren, maar als een markering van de tegenhanger van het feest der weken.

     Het slachten van het lam op de veertiende dag van de eerste maand werd vervuld in het sterven van het Lam van God op diezelfde dag (zie Exodus 12; Johannes 19; 1 Corinthiërs 5:7 ).  De offering van de eerstelingen op de zestiende dag van de eerste maand werd vervuld in de opstanding van onze Here op die dag, de eersteling van hen die slapen (zie Leviticus 23; 1 Corinthiërs 15:20-23; Handelingen 1:1-2). En de uitstorting van de Heilige Geest op Pinksterdag, vervulde het feest der weken. Het was niet de dag waarop deze gebeurtenissen zich voordeden die van belang was, maar dat deze oude symbolische ceremoniën en bijeenkomsten hun typische vervulling kregen.

     God heeft in dezen geen enkel woord gesproken aangaande de dag waarop deze gebeurtenissen zich voordeden en dus bestaat er geen bewijs voor een verplaatsing van de tijd van de Sabbat van God.
     "Doe niets aan Zijn woorden toe, opdat Hij u niet terechtwijze en u geen leugenaar bevonden wordt." Spreuken 30:6.


Vijfde Reden:

     "Paulus heeft eens het brood gebroken op de eerste dag van de week. Vandaar dat sindsdien deze dag wordt gevierd als de 'Christelijke Sabbat'" (zie Handelingen 20:7).

     In een bepaalde periode brak de Apostolische Kerk te Jeruzalem het brood elke dag van de week (zie Handelingen 2:42-46). Als een enkele gebeurtenis van het breken van het brood in Troas op de eerste dag van de week de grondslag was voor de Sabbat, zou dan het voortdurende breken van het brood van de Apostolische Kerk te Jeruzalem voldoende zijn deze dagen eveneens te bepalen als Sabbatsdagen?

Waarom vasthouden aan een éénmalige gebeurtenis, toen op een zondagavond een bijeenkomst werd gehouden, en dan nutteloos aantonen dat deze gebeurtenis de Sabbat verplaatste en tegelijkertijd voorbijgaan aan het feit dat dezelfde apostel Paulus elke zevende Sabbatsdag niet alleen predikte voor de Joden maar ook voor de niet-joden? (zie Handelingen 13:14, 42, 44; 16:13; 17:2; 18:4).


Zesde Reden:

     "Wij vinden onze rust in Jezus, en Jezus verklaarde Zichzelf als de Heer van de Sabbat. De zevende dag van de week hoeft dus niet langer meer te worden geheiligd, omdat Jezus onze Sabbatsrust is" (zie Mattheüs 12:8; 11:28-30)!

     Het is waar dat wij onze rust in Jezus vinden (rust van al onze zorgen, lasten, angsten, zonden, etc), ook is het waar dat Jezus Zichzelf verklaarde als Heer van de Sabbat, toch is het echter niet correct om daardoor te concluderen dat Jezus in Zichzelf de Sabbatsdag is!

     De Koningin van Nederland is niet Nederland zelf, maar slechts de vorstin daarvan. Op dezelfde wijze is Jezus niet de Sabbatsdag Zelf, maar slechts de Vorst of Heer ervan. Als wij dan onze rust vinden in Jezus, dan moeten wij  niet ook onze arbeid op Zijn wekelijkse Sabbatsdag veronachtzamen. En omdat Jezus tegenwoordig nog steeds de Heer van Zijn volgelingen is, dan is er nog steeds een Sabbatsdag waar Hij Heer van is en Zijn volgelingen moeten dan ook deze dag vieren! En welke dag van de week is de Sabbatsdag van God in deze periode van het Nieuwe Verbond?
     "Want Hij heeft ergens van de zevende dag aldus gesproken: En God rustte op de zevende dag van al Zijn werken....Er blijft dus een rustdag (het vieren van de Sabbat) voor het volk van God. (NOOT: dit woord voor “rust” in het Grieks is “sabbatismos” wat letterlijk vertaalt betekend Sabbatsviering) Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de Zijne. Laten wij er dus ernst mee maken om tot die rust in te gaan, opdat niemand ten val komt door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid te volgen." Hebreeën 4:4, 9-11.

     Paulus verklaart dus duidelijk dat er in deze periode van het Nieuwe Verbond, zeker een Sabbatsdag is die alle volgelingen van God moeten vieren, deze dag is dezelfde dag van de week die God heiligde in de schepping – de zevende dag of zaterdag! Laten wij dan acht slaan op Paulus’ raad en niet vallen buiten de genade van God vanwege ongeloof, door Zijn Sabbatsdag niet te vieren!


Zevende Reden:

     "Paulus droeg de Kerk in Corinthe op om een algemene inzameling te houden op de eerste dag van de week, daarom moet dit een dag van algemene aanbidding zijn geweest en dus de Christelijke Sabbat" (zie 1 Corinthiërs 16:2).

     Paulus, echter, zegt niet: "Doet uw aalmoezen in de schatkist van de Kerk op de eerste dag van de week;" maar zegt: "Op de eerste dag van de week, laat een ieder van u naar zijn vermogen bij hem thuis iets weg."
     De apostel droeg elk van de Corinthische broeders eenvoudig op om een deel van hun wekelijkse winsten thuis opzij te leggen op de eerste dag van de week, voordat ze de kans hadden om het totaal te spenderen. Omdat hun gelden aan het einde van de week uitputten, volgden zij Paulus’ raad op en plaatsten zij God en Zijn aangelegenheden op de eerste plaats van hun financiële zaken.
     De hele kwestie draait om de expressie "bij hem". Twee Latijnse versies, de Vulgata en die van Castello, vertalen "apud se," – "op zichzelf, thuis." Een gelijkwaardige vertaling wordt gegeven in tal van andere versies.
     De tekst bewijst dus niet dat de Corinthische Kerk bijeen kwam op zondag voor algemene aanbidding, in tegenstelling daarvan bewijst deze tekst dat een ieder thuis moet zijn, waar hij zijn wereldlijke zaken kan onderzoeken, en aan het begin van de week bij zich thuis opzij kan leggen datgene waarmee God hem verrijkt heeft. Als een ieder aldus zou handelen, dan zou iedereen klaar zijn de apostel te overhandigen datgene wat zij hadden opzij gelegd.


Achtste Reden:

     "Niemand weet eigenlijk op welke dag de originele zevende dag precies valt. Een ieder voor zich moet dus bepalen welke dag van de week zij willen heiligen aan God als Zijn Sabbat, zondag is net zo goed als elke andere dag!"

     Sinds de schepping tot op heden is er geen tijd verloren gegaan. Dezelfde zeven daagse cyclus die vastgelegd werd in de schepping, is dezelfde zeven daagse cyclus die wij vandaag de dag hanteren; ondanks dat de namen van de dagen zijn veranderd, afhankelijk van de gehanteerde kalender!
     Toen in de zestiende eeuw de Juliaanse kalender werd vervangen voor die van de Gregoriaanse, ontdekte men dat de Juliaanse kalender een afwijking had van tien dagen ten opzichte van het actuele solaire jaar. De zeven daagse cyclus werd niet veranderd, ondanks dat er tien dagen werden toegevoegd aan de Gregoriaanse kalender. Donderdag 4 Oktober, 1582 in de Juliaanse kalender, werd opgevolgd door vrijdag, 15 Oktober, 1582 in de Gregoriaanse kalender – en zo vasthoudende aan de continuïteit van de zondag tot zaterdag wekelijkse cyclus! Ondanks dat er sommigen zijn die niet willen geloven dat er sinds de schepping geen tijd verloren is gegaan, laat God ons duidelijk zien welke de zevende dag van de week is – de werkelijke Sabbatsdag van aanbidding van God!

     Toen Christus hier op aarde was, als de Heer van de Sabbat, wist Hij heel precies welke dag van de week van oudsher de zevende dag van de schepping was, de Sabbatsdag waarop God aanbeden wordt. Hoewel wij tegenwoordig een andere kalender gebruiken dan die van Jezus’ tijd, op welke dag van de week valt dan de Sabbat in onze moderne kalender? In de gebeurtenissen rond de kruisiging en de opstanding van onze Here Jezus Christus toont de Bijbel duidelijk en helder, aan een ieder die het maar wil zien, welke dag van de week tegenwoordig de heilige Sabbat van God is.
     De Bijbel vermeldt dat Christus was gekruisigd op de dag van voorbereiding - de dag voor de Sabbat (zie Marcus 15:42; Lukas 23:54; Johannes 19:31, 42; Mattheüs 27:62), Hij was opgestaan op de eerste dag van de week, de dag na de Sabbat (zie Mattheüs 28:1-8; Markus 16:1-10; Lukas 24:1-8; Johannes 20:1), aldus aantonende dat Christus rustte in het graf op de zevende dag, de Sabbatsdag. Het is over het algemeen bekend dat Christus opstond uit het graf op zondagmorgen – waar velen naar verwijzen als Pasen (zie Handelingen 12:4). Met deze kennis van de waarheid, wordt het eenvoudig te bepalen welke dagen van onze moderne kalender overeenkomen met de dagen van de week van de antieke week.

     Als Christus oprees uit het graf op de dag die wij zondag noemen en die overeenkomt met de eerste dag van oudsher – of de dag nadat de Sabbat voorbij was, dan komt de dag die wij zaterdag noemen in onze moderne kalender, overeen met de zevende dag van oudsher; en de dag die wij vrijdag noemen in onze moderne kalender, komt dan overeen met de dag van voorbereiding voordat de Sabbat aanbreekt! Een ieder die verlangt God te volgen en te dienen met geheel zijn hart, ziel, verstand en kracht, uit liefde voor al dat Hij gedaan heeft en voortdurend zal doen voor hem, ziet dan dat de Sabbat van God, de zevende dag van vandaag de zaterdag is – de dag na vrijdag en de dag voor zondag! Dit zal duidelijk aantonen dat de Sabbatsdag van God nooit is veranderd, en nooit veranderen zal,  van de zevende plaats in de wekelijkse cyclus sinds het was geheiligd in de schepping!

     De  Sabbatsdag van God werd ingesteld in Eden, voordat de zonde de wereld binnenkwam, als de zevende dag van de week van de schepping (zie Genesis 2:2-3). Zo’n 2500 jaar nadat de zonde in de wereld was gekomen, later stelde God, na de Exodus uit Egypte, de Sabbatsdag opnieuw in als de dag voor Hem om door Zijn volk te worden aanbeden (zie Exodus 20:1-8). Zo’n 1500 jaar nadien werd dezelfde zevende dag, de Sabbatsdag, gevierd door Christus en Zijn discipelen. Dezelfde zevende dag Sabbat moest nog steeds worden nageleefd door het volk van God in de periode het Nieuwe Verbond, 33 jaar na het sterven van Christus (zie Hebreen 4:4-11). En realiseert u zich dat deze zelfde zevende dag Sabbat zal blijven worden gevierd nadat Christus  is teruggekomen en de aarde vernieuwd is? (zie Jesaja 66:22-23). De reden hiervoor is dat de Sabbatsdag een gedenkdag is voor de schepping en wijst voor eeuwig rechtstreeks naar God als onze Schepper! Je kunt de Sabbatsdag net zomin verplaatsen als je jouw geboortedag kunt verplaatsen! De zevende dag, de Sabbatsdag, zal dan een dag zijn van aanbidding van God en zal nooit worden veranderd, maar zal tot in eeuwigheid de heilige Sabbatsdag van God blijven!
     Moge God ons Zijn Geest van genade en de kracht geven om Hem te dienen en aanbidden op Zijn gekozen Sabbatsdag, ofwel de zaterdag, en niet op zondag of enige andere dag van de week. Door zo te handelen, tonen wij dat wij de ware God van de schepping dienen en aanbidden en niet om het welke andere zogenaamde god!


Negende Reden:

     "Wij moeten God elke dag van de week aanbidden, niet slechts één dag van de week. Er is dus geen reden om één dag van de week af te zonderen als Sabbatsdag van God."

     Het is waar dat Christenen God moeten dienen en aanbidden elk moment van de dag, maar het is onmogelijk dat zij elke dag van de week houden als een Sabbatsdag heilig voor God! God zegt duidelijk:
     "Gedenk de Sabbatsdag dat gij die heiligt; zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de Sabbat van de HERE, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont. Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HERE de Sabbatsdag en heiligde die." (zie Exodus 20:8-11).

     Er zijn verschillende punten die tonen dat bovengenoemde bewering en gebod van God een dwaling zijn:
     Ten eerste gebood God al Zijn volgelingen Zijn Sabbatsdag te houden door geen arbeid te verrichten op deze dag van aanbidding. Als iemand dan zou proberen elke dag van de week te vieren als de Sabbatsdag van God, dan zij, noch een ieder afhankelijk van hem, zou kunnen werken voor een inkomen om te leven van dag tot dag, van week tot week! Als een doorsnee mens dit plan zou proberen na te leven, dan zou hij spoedig berooid zijn en van honger sterven! Het is dus duidelijk dat het niet juist is te geloven dat wij elke dag moeten vieren als een Sabbatsdag om God te aanbidden en te dienen.
     Ten tweede gebood God al Zijn volgelingen zes dagen van de week te werken en alleen de zevende dag, de Sabbatsdag, van de week te houden als een speciale heilige dag van aanbidding waarop geen arbeid zal worden verricht! Als iemand dan zou proberen om elke dag van de week te heiligen als de Sabbatsdag van God, zodoende niet te willen werken op de zes dagen zoals God geboden heeft, dan zou dat direct tegen de wil van God ingaan die zij belijden te dienen. Dit toont eveneens aan de zondag en de resterende vijf dagen van de week, niets meer zijn dan gewone dagen om te werken en niet geheiligd zijn, terwijl zaterdag de enige dag van de week is die God geheiligd heeft!
     Ten slotte, God heeft duidelijk gezegd dat alleen de zevende dag van de week geheiligd moest worden als Zijn Sabbatsdag, niet enige andere dag van de week; niet de eerste, de tweede, de derde etc, maar enkel en alleen de zevende dag! Iedere volgeling van God die voortaan een andere dag viert als de Sabbatsdag van God, zou direct ingaan tegen het gebod en wil van God die hij belijdt te dienen!


Tiende Reden:

     "De Sabbatsdag was deel van de ceremoniële wetten van het Oude Verbond en was dus aan het kruis genageld toen Christus stierf, zondag heeft die plaats ingenomen in het Nieuwe Verbond" (zie Kolossenzen 2:14-17).

     Zoals al eerder is aangetekend, is de Sabbatsdag aan het volk van God gegeven in de schepping. Dit betekent dat de Sabbat al bestond voordat de zonde de wereld binnen kwam en dus voordat de offer- en ceremoniële wetten werden ingesteld. De wekelijkse Sabbatsdag van God kon dus niet deel zijn van de ceremoniële wetten en kon dus niet samen met de offerwetten aan het kruis genageld worden.
     Aangezien er velen zijn die het verschil tussen de ceremoniële wetten, geschreven door Mozes, en de Morele Wetten van de Tien Geboden, gesproken door God, moeilijk kunnen onderscheiden, laten wij dan de duidelijke verschillen eens onder de loep nemen.

     De ceremoniële wet wordt ook wel genoemd de "wet van het vleselijke voorschrift" (zie Hebreeën 7:16); en de morele Wet van God, die bevestigd is, "wij immers weten dat de wet geestelijk is." Romeinen 7:14. De ene is een wet waarvoor "een verandering van wet noodzakelijk was" Hebreeën 7:12. De andere, de morele Wet, is die waarvan Christus zegt dat "eer de hemel en aarde vergaat, zal er niet één jota of tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied" Mattheüs 5:18.
     De ceremoniële wet was een "schaduw van toekomstige goede dingen" (zie Hebreeën 10:1), en was alleen opgelegd "tot de tijd van herstel" Hebreeën 9-10. De andere wet echter was een morele code, waarvan Johannes zegt: "Leder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zone is wetteloosheid." 1 Johannes 3:4). De ene is een juk op de hals, niet mogelijk om te dragen (zie Handelingen 15:10), de andere is de "wet van vrijheid" waar wij op veroordeeld zullen worden (zie Jakobus 2:8-12).
     De ceremoniële wet heeft Christus door Zijn "vlees buiten werking gesteld" (zie Efeze 2:15), de morele Wet is die waarvan Jezus zei dat Hij niet gekomen was om die te ontbinden (zie Mattheüs 5:17). De één wordt ook wel genoemd "de handgeschreven voorschriften" "die ons bedreigden", die aan het kruis werden genageld en uit de weg zijn genomen door het sterven van Christus (zie Kolossenzen 2:14); de andere is de Wet die Hij verheerlijkte en eerbaar maakte (zie Jesaja 42:21) en die Jakobus bevestigde als de "koninklijke wet" die zondig maakt bij overtreding (zie Jakobus 2:8-12). De ene was een tijdelijke wet die volledig teniet werd gedaan "omdat het zonder kracht en nut is" (zie Hebreeën 7:18), de andere is de eeuwige, onveranderlijke Wet die niet nietig verklaard kan worden; "Stellen wij dan door het geloof de wet buiten werking? Volstrekt niet, veeleer bevestigen wij de wet." Romeinen 3:31.
     De ceremoniële wet was de wet die de tussenmuur die scheiding maakte tussen Joden en niet-Joden (zie Efeze 2:14); de andere is die Wet waarvan gezegd wordt dat "de niet-Joden tonen dat het werk der wet in hun harten geschreven is" (zie Romeinen 2:14-15). De één is de wet van inzettingen en verordeningen (zie Efeze 2:15); de morele Wet zijn de Tien Geboden van God, die een plicht zijn, die geldt voor alle mensen, om zich aan te houden (zie Prediker 12:13).
     Deze grote morele Wet van de Tien Geboden wordt in beschouwing genomen in de boodschap van de derde Engel (zie Openbaringen 14:9-12). Dit is de Wet die de overigen van het nageslacht van de vrouw bewaarden toen de draak oorlog tegen hen voerde (zie Openbaringen 12:17). Deze morele Wet verzekert een ieder die het bewaart het recht om de Hemel binnen te gaan en daar te genieten van geboomte van het Leven (zie Openbaringen 22:14).

     Het is duidelijk dat deze twee wetten niet verward zouden mogen worden. De morele Wet werd verheerlijkt, eerbaar gemaakt, bevestigd, en is heilig, rechtvaardig, geestelijk, goed en koninklijk; terwijl de ceremoniële wet vleselijk, beschaduwd, drukkend is, en werd afgeschaft, afgebroken, uit de weg genomen, aan het kruis genageld, veranderd en volledig tenietgedaan werd vanwege haar krachteloosheid en nutteloosheid.
     Het is waar dat de voorschriften van de morele Wet verscheidend zijn vermengd in de boeken van Mozes en zijn vermeng met de voorschriften van de ceremoniële wet. Dit kan er echter in geen geval toe leiden dat de morele Wet deel is van de ceremoniële wet en aldus wordt afgeschaft. De morele Wet is net zo eeuwig als God is, terwijl de ceremoniële wet alleen van kracht was totdat zij met Christus aan het kruis stierf. Hen die het woord van waarheid juist onderscheiden, zullen deze essentieel verschillende wetten verwarren, noch zullen zij de taal van de handgeschreven wetten toepassen op de koninklijke wet van God.

     Dat de Tien Geboden een perfecte code in zichzelf zijn, wordt duidelijk door verscheidene feiten. God heeft ze zelf gesproken met Zijn Eigen stem, en het zegt: "…en Hij voegde daaraan niets toe;" (zie Deuteronomium 5:22), wat betekent dat Hij een complete wet gegeven had. Hij schreef ze met Zijn eigen vinger alleen op twee stenen tafelen, meer bewijs van de compleetheid van deze morele Wet (zie Deuteronomium 9:9-11). Hij zorgde ervoor dat deze werd geplaatst onder het verzoendeksel in het heilige van het heiligdom (zie Exodus 30:6; Hebreeën 9:4-5), een evident bewijs dat de Wet verzoening voor overtreding noodzakelijk maakte. En God noemde dat, wat Hij schreef op de twee stenen tafelen, nadrukkelijk de Wet en het gebod (zie Exodus 24:12).
     Beide wetten bevatten de Sabbat, maar er waren duidelijke verschillen tussen die twee. De zevende dag, de Sabbatsdag, kwam voort uit Eden, voor de zondeval, als deel van de onveranderlijke Wet; en die zich altijd voordoet op de zevende dag die wij tegenwoordig zaterdag noemen. De Sabbat van de feestdagen daarentegen, kwam voort na de zondeval als deel van de ceremoniële wet, en kon plaatsvinden op elke dag van de week. De Sabbat van de zevende dag was geschreven op steen door de vinger van God Zelf terwijl de Sabbat van de feestdagen werd geschreven op doek, papier of vel door de vinger van Mozes. De Sabbat van de zevende dag, samen met de negen andere geboden, werd geplaatst in de Ark onder het verzoendeksel met de glorie en aanwezigheid van God erboven. (zie Exodus 30:6; 40:20, 34), aanduidende dat ze permanent van kracht en onveranderlijk zijn. De Sabbat van de feestdagen daarentegen werd geplaatst aan de zijkant van de Ark (zie Deuteronomium 31:26), wat aanduidde dat ze van tijdelijke aard waren totdat hun doeleinde werd vervuld. Op de Sabbat van de zevende dag mocht er geen voedsel bereid worden, dit moest gebeuren op dag daarvoor, op de zesde dag, de dag van voorbereiding (zie Exodus 16:23). Terwijl op de Sabbat van de feestdagen wel voedsel voorbereid mocht worden (zie Exodus 12:14-16). Op de Sabbat van de zevende dag mocht er geen arbeid worden verricht -- zelfs geen sprokkelen van hout voor de bereiding van voedsel (zie Numeri 15:32-36). Op de Sabbat van de feestdagen mocht men echter wel takken verzamelen voor het loofhuttenfeest om hutten te bouwen (zie Leviticus 23:34-40).
     Er is dus een duidelijk verschil tussen het onveranderlijke vierde Gebod van Gods morele Wet om de Sabbatsdag te heiligen en de tijdelijke typen van schaduwsabbatten van de feestdagen van de ceremoniële wet. De Sabbat van de zevende dag was "gemaakt voor de mens" voordat hij in zonde viel en kon dus niet als een soort van schaduw zijn, vooruitgeworpen naar Christus’ sterven en kon dus niet aan het kruis genageld worden; het wijst echter terug naar het begin van de geschiedenis van de wereld en naar de Schepper van de mensheid. De Sabbat van de feestdagen, en ook al de andere typen van de Joodse gemeenschap, werden gecreëerd na de zondeval en benodigde een Verlosser en waren dus een schaduw vooruitwijzende naar de verlossing en werden duidelijk aan het kruis genageld (zie Kolossenzen 2:14).
     Zelfs Paulus zegt dat het volk van God, na Christus’ sterven, voortdurend de Sabbatsdag van de morele Wet moet heiligen, maar zegt nergens dat wij de sabbatsdagen van de ceremoniële wet moeten vieren! (Hebreeën 4:4-11)

     Het zal een ieder, die wil zien dat het wegdoen met de handgeschreven inzettingen en verordeningen van de ceremoniële wet, duidelijk zijn dat elk voorschrift van de koninklijke Wet van kracht is en blijft; en dat de schaduw van de ceremoniële wet die wees naar het sterven Christus, verlopen was toen die gebeurtenis plaatsvond. Het overtreden van de morele Wet was wat de Verlosser noodzaakte Zijn leven te geven om ons te redden van de zonde. De voortdurende en onveranderlijke heiligheid van de Tien Geboden, inclusief het Vierde Gebod van de Sabbatsdag, kan beoordeeld worden door het feit dat God Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft om de vloek op Zich te nemen voor onze overtredingen.


Elfde Reden:

     "De Sabbat was alleen gegeven aan het Joodse volk op de berg Sinaï en was vervangen door zondag in de Dispensatie van het Evangelie" (zie Exodus 20:8-11).

     Allereerst, de Sabbat van de zevende dag was gegeven door God voordat het Joodse volk geboren was!
     "Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte Hij op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt had. En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht." Genesis 2:2-3.
     Bovendien, nadat God Zijn volk had uitgeleid uit Egypte, voedde Hij hen in de woestijn met manna; het volk moest elke morgen genoeg manna vergaren voor de rest van de dag, wat een dag later overbleef was aangetast door wormen en stonk. Op de zesde dag echter, op vrijdag, moest het volk "tweemaal zoveel manna verzamelen en bereiden....En zij bewaarden het tot de volgende dag…en het stonk niet…En het volk rustte op de zevende dag.” Exodus 16:5, 24, 30. Dit toont duidelijk aan dat het volk wetenschap hadden van de sabbat van de zevende dag, voordat de Wet werd gegeven op de berg Sinaï!
     De Sabbat van de zevende dag van God bestond dus al voor Juda, Jakob en Abraham, zelfs al voor de Zondvloed. De Sabbat bestond dus al tweeduizend jaar voordat de eerste Jood voet zette op de aarde! De Sabbat van God was dus niet een Joodse inzetting en kon niet veranderd worden bij de aankomst van de Dispensatie van het Evangelie!


Twaalfde Reden:

     "Johannes was in vervoering van de Heilige Geest op dag van de HERE; die van toen af  verklaard is als de eerste dag van de week" (zie Openbaringen 1:10).

     Als antwoord hierop, stellen wij deze vraag: Op welke basis kan worden aangenomen dat deze zogenaamde bewering dit standpunt bewijst? Deze tekst, die volkomen waarheid is, geeft direct bewijs dat er in de dispensatie van het evangelie, een dag is  die de Here opeist als de Zijne; is er echter in de Bijbel een tekst die getuigt dat de eerste dag van de week de dag van God is? Er is er niet één.
     Toch is er een optekening dat God een zekere dag opeiste als de Zijne en reserveerde die voor Zichzelf als de Sabbat. "En God zegende de Sabbatsdag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk dat God scheppende tot stand had gebracht." Genesis 2:3.

     "Want Hij heeft ergens van de zevende dag aldus gesproken: En God rustte op de zevende dag van al zijn werken.....Er blijft dus een Sabbatsrust voor het volk van God" Hebreeën 4:4,9.

     "Indien gij niet over de Sabbat heenloopt door uw zaken te doen op Mijn heilige dag, maar de Sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag van de HERE van gewicht, en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan, dan zult gij u verlustigen in de HERE en Ik zal u doen rijden over de hoogten der aarde en u doen genieten van het erfdeel van uw vader Jakob, want de mond van de HERE heeft het gesproken." Jesaja 58:13-14 (zie ook Exodus 16:23, 20:19; Marcus 2:28).

     De zevende dag is dan de ware rustdag die God voor Zichzelf gereserveerd heeft toen Hij de mens de andere zes dagen gaf, deze dag heeft Hij Zijn heilige dag genoemd. Het Nieuwe Testament verklaart van deze dag dat de Zoon des mensen er de Heer over is. Er is alleen maar één dag die de Bijbel aanwijst als de dag van de HERE, en is niets anders dan de Sabbat van de zevende dag, van het Vierde Gebod – de zaterdag.
     Op de berg Sinaï kwam God Zelf naar beneden en maakt Zijn heilige Wet bekend – de Tien Geboden. Het Vierde Gebod,  dat de Sabbatsdag van God behandelt, is het hart of in het midden van deze Wet.
     "Gedenk de Sabbatsdag dat Gij die heiligt. Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen, maar de zevende dag is de Sabbat van de HERE uw God, dan zult gij geen werk doen…Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HERE de Sabbatsdag en heiligde die." Exodus 20:8-11.

     Merk op dat God dit gebod begint met het woord "Gedenk". De reden hiervoor is omdat God wist dat er geprobeerd zou worden mensen te misleiden door te hen laten vergeten de zevende dag te heiligen als de Sabbat van God.
     Het Sabbatsgebod bevat de drie elementen die nodig zijn om een gebod van een Koning te valideren. Het bevat de NAAM van de wetgever – HERE, Zijn officiële POSITIE – Schepper; en Zijn RIJKSGEBIED – Hemel en aarde. Deze drie elementen zijn noodzakelijk in een koninklijk zegel. De Sabbat van de zevende dag bevat dus het zegel van God, dat Hij in Zij in wet geplaatst heeft om het te bekrachtigen en te valideren. Een ieder die deze Sabbatsdag heiligt voor God, zal van God het zegel in het voorhoofd ontvangen (zie Openbaringen 7:3),  omdat de Sabbat een teken is van onderscheiding, voor de gehele wereld, dat wij God liefhebben en dienen, niet een ander mens! God Zelf zegt hiervan:
     "Ook gaf Ik hun Mijn Sabbatten als een teken tussen Mij en hen, opdat zij zouden weten, dat Ik, de HERE, hen heilig....Heiligt Mijn Sabbatten, dan zullen deze een teken zijn tussen Mij en u, opdat gij weet, dat Ik, de HERE, uw God ben." Ezechiël 20:12,20.

     Omdat de Sabbat van de zevende dag het zegel van God bevat en het onderscheidende teken tussen God en Zijn volk is, hoe noemt de Bijbel dan de eerste dag van de week, zondag, die is heilig gemaakt door Rome?
     "En het maakt, dat aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de armen, de vrijen en de slaven, een merkteken gegeven wordt op hun rechterhand of op hun voorhoofd, en dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft." Openbaringen 13:16-17.

     De geschiedenis toont beslissend aan dat de Rooms Katholieke Kerk zowel het machtige Beest is zoals beschreven is in  Openbaringen 13:1-10 als de machtige Kleine Hoorn van Daniël 7 (zie Appendix A). In Daniël 7:25 wordt geprofiteerd dat deze machtige Kleine Hoorn denkt de Wet van God te veranderen! Wat is dus het teken van het Rooms Katholicisme, of het Beest? Omdat het heiligen van de Sabbat van de zevende dag het zegel en teken is van God, dan is het teken van het Beest de heiliging van zondag als de Sabbat, vooral nu wij weten dat dit niet de dag van aanbidding van God is! De Rooms Katholieke Kerk geeft dit duidelijk toe!
     "Zondag is ons teken van autoriteit...de kerk staat boven de Bijbel en de verplaatsing van de Sabbatsviering is daarvan het bewijs." Katholiek Archief van Londen, Ontario, Canada, 1 September 1923.

     "Natuurlijk beweert de Katholieke Kerk dat de verplaatsing (van zaterdagse Sabbat naar zondagse aanbidding) haar handeling was....En deze handeling is het teken van haar kerkelijke autoriteit in religieuze aangelegenheden." H.F. Thomas, Kanselier van Kardinaal Gibbons.

     Ledere Christen die willens en wetens blijft doorgaan te aanbidden op zondag – de eerste dag van de week, terwijl hij weet dat de Bijbelse Sabbat van God op zaterdag is – de laatste dag van de week, toont aldus dat zij een menselijke leugen liefhebben en volgen in plaats van de waarheid van God! Bovendien tonen zij tevreden te zijn de autoriteit van de Paus van het Katholicisme te dienen, te aanbidden en voor hem neer te knielen in plaats van de HERE God van de Bijbel. Zo verkeren zij dus in groot gevaar het zegel en teken van het Beest te ontvangen en verloren te gaan, in plaats van het zegel van de levende God te ontvangen en het eeuwige leven te beërven! En waarom gaan zij verloren? Omdat zij een gebod van de Rooms Katholieke Kerk volgen en niet dat van God; zij volgen het menselijk gebod gevestigd in traditie en niet het woord van God gevestigd in de Bijbel! Rome is hier zeer duidelijk van op de hoogte.

     De Rooms Katholieke Kerk daagt alle Protestanten onbeschaamd uit om, of zondag op te geven en terug te gaan naar de Bijbel als hun enige autoriteit en zo de Sabbatsdag te heiligen, of de Bijbel als hun enige grond van doctrinale waarheid op te geven en volledig terug te keren naar hun moeder, de Katholieke Kerk!
     "Zondag is gevestigd, niet op de Bijbel, maar in traditie, en is duidelijk een Katholieke instelling. Omdat er geen vers in de Bijbel is dat zegt de rustdag van de zevende naar de eerste dag van de week te verplaatsen, zouden de Protestanten hun Sabbat moeten vieren en zo zondag volledig overlaten aan de Katholieken." Katholiek Archief, 17 September 1893.

     "Aangaande het verplaatsen van de viering van de Joodse Sabbat naar de Christelijke zondag, wil ik uw aandacht vestigen op de volgende feiten:
     "*1) Hoewel de Protestanten de Bijbel accepteren als hun enige wet van geloof en religie, zouden zij vooral terug moeten gaan naar de viering van de Sabbat op zaterdag. Het feit dat zij dat niet doen, maar in tegenstelling daarvan zondag blijven vieren als Sabbat, stompt hen af in de ogen van elk redelijk denkende mens.
    "*2) Wij, Katholieken, accepteren de Bijbel niet als de enige wet van geloof. Naast de Bijbel hebben wij de levende Kerk, de autoriteit van de Kerk, als een regel om naar te leven. Wij zeggen dat deze Kerk, die ingesteld is door Christus om ons te leren en te leiden in het leven, het recht heeft om de ceremoniële wetten van het Oude Testament te veranderen; daarom accepteren wij de verplaatsing van de Sabbat naar zondag. Onverbloemd bevestigen wij dat de Kerk deze verandering, deze wet heeft gemaakt, zoals zij menige andere wet heeft gemaakt; bijvoorbeeld het vrijdagse vasten, het huwelijkloze priesterschap, de wetten aangaande gemengde huwelijken, de ordening van Katholieke huwelijken, en duizend andere wetten....
     "Het is altijd lachwekkend om te zien hoe de Protestanten van de kansel en regelgeving de zondagsviering verlangen, waarvoor geen enkele reden te vinden is in hun Bijbel." Peter R. Kraemer, Catholic Church Extension Magazine, USA (1975), Chicago, Illinois, “Under the blessing of the Pope Pius XI”

     "De argumenten…zijn stevig gegrondvest op het Woord van God, en na diepgaande studie met de Bijbel in de hand, is er voor de nauwgezette Protestanten geen andere uitweg mogelijke dan weg te doen met Zondag en terug te gaan naar de Sabbat, zoals opgedragen door hun Leraar, de Bijbel; of de Katholieke Kerk, met haar leringen consequent accepteren, onwillig de opgelegde traditie van de Katholieke zondagsviering te verlaten, die zij in directe oppositie van hun Leraar, de Bijbel, hebben aangenomen. Logica en algemene redelijkheid dwingen tot acceptatie van de één of de andere van deze alternatieven: of Protestantisme en de heiliging van zaterdag, of Katholicisme en de heiliging van zondag. Een compromis is onmogelijk." James Cardinal Gibbons, in Catholic Mirror, 23 December 1893.


     Nu blijft de vraag over, voor u om te antwoorden: Wilt u kandidaat zijn om het teken van het Katholicisme te ontvangen, door in de zondagse aanbidding te volharden en het eeuwige leven niet te ontvangen? Of wilt u kandidaat zijn het zegel en teken van God te ontvangen door naar de waarheid te handelen en op Sabbat, zaterdag, te aanbidden en zo het eeuwige leven te ontvangen door Jezus Christus? Deze grote beslissing is nu aan u om te maken, en geprezen zij God dat u zulk een keuze hebt!


     Wanneer alle redeneringen, theorieën en excuses, om de zondag te heiligen in plaats van de Sabbat van de Bijbel, zorgvuldig zijn overwogen, verklaren de volgende verzen duidelijk wat het volk van God moeten doen in deze controverse:
     "…men moet God meer gehoorzamen dan de mensen." Handelingen 5:29.

     "Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte de levens en door de poorten ingaan in de stad.Buiten zijn de honden en de tovenaars, de hoereerders, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder, die de leugen liefheeft en doen." Openbaringen 22:14-15.

     "Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud Zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. Want God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad."  Prediker 12:13-14.


     Moge God ons helpen met de genade en krach and moed, om Zijn geboden te houden en daardoor onze trouw alleen tonen aan Gods autoriteit door alleen Hem te dienen en te aanbidden! Moge God ons helpen niet een leugen te volgen, noch onze trouw en dienst betonen aan enige kerk, de Paus, noch aan enig ander mens, in plaats van God.




 
Appendix A

Het Beest en de Kleine Hoorn

     Het Beest van Openbaringen 13:1-10 heeft Christenen honderden jaren geïntrigeerd. Er zijn vele speculaties geweest over wat het is, zijn aard en de tijd wanneer het verschijnt. Deze zorg is wel geplaatst, omdat de Bijbel een krachtige waarschuwing geeft aangaande het Beest. Speculatie is echter niet meer nodig.
     Politieke machten worden in Bijbelse profetie vaak aangeduid door dieren, of  "Beesten". Dit gebruik is niet beperkt tot de Bijbel, tegenwoordig zijn er nog steeds landen die worden gesymboliseerd door dieren. Het uiterlijk van dit Beest is echter verschillend dan dat van enig ander bekend dier en lijkt te zijn gemaakt te zijn van een mengsel van verschillende dieren. Wij zijn dus niet in staat dit Beest een naam te geven van een bepaald dier, zoals een leeuw of een beer, en dus is het algemeen bekend geworden onder de naam Beest, of het luipaardachtige Beest, of het gemengde Beest.
     Het Beest is van zo’n interesse omdat het onze aanbidding verlangt in plaats van God. Het is tegen dit valse systeem van aanbidding, samen met allen die er deel van uitmaken, dat de pure wraak van God zonder enige vorm van genade wordt uitgegoten!
     "En een andere Engel, een derde, volgde hen, zeggende met luider stem: Indien iemand het Beest  en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op zij hand ontvangt, die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in de beker van Zijn toorn." Openbaringen 14:9-10.

     Door de verzen aangaande het Beest te bestuderen, zien wij dat er verschillende karakteristieken of aanwijzingen zijn die ons helpen te identificeren wie het vertegenwoordigt. Als wij deze verzen onder loep nemen, wordt het in toenemende mate duidelijk wie dit Beest moet zijn.
     "En ik zag uit de zee een Beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen op zijn koppen namen van godslastering. En het Beest, dat ik zag, was een luipaard gelijk, en zijn poten als van een beer en zijn muil de muil van een leeuw. En de draak gaf hem zijn kracht en zijn troon en grote macht. En ik zag een van zijn koppen als ten dode gewond, en zijn dodelijke wond genas; en de gehele aarde ging het beest met verbazing achterna, en zij aanbaden de draak; omdat hij aan het Beest de macht gegeven had, en zij aanbaden de draak, zeggende: Wie is aan het Beest gelijk? En: Wie kan er oorlog tegen voeren? En hem werd een mond gegeven die, grote woorden en godslasteringen spreekt; en hem werd macht gegeven dit tweeënveertig maanden lang te doen. En het Beest opende zijn mond tot lasteringen tegen God, om Zijn naam te lasteren en Zijn tent  en hen die in de hemel wonen. En hem werd gegeven om tegen de heiligen oorlog te voeren en hen te overwinnen, en hem werd macht gegeven over elke stam en natie en taal en volk. En allen, die op de aarde wonen, zullen het Beest aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld." Openbaringen 13:1-8.

     Velen kijken uit naar een diabolische macht die met geweld de politieke arena zal binnenkomen en de Christenen zal dwingen hun geloof achter laten door een gewelddadige onreligieuze regering op te zetten. Wij moeten opmerken, overigens, dat er aanbidding verbonden is met deze macht. Vers 8 zegt alle mensen opaarde het zullen aanbidden, behalve zij wiens naam is geschreven in het boek des levens van het Lam. En alleen zij wiens naam is geschreven in het boek des levens van het Lam zullen worden gered! Jezus was hier duidelijk in, toen Hij zei: "…want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden." Matheus 7:14.
     Een weinig later, in dezelfde rede, deed Jezus nog een diepzinnige verklaring:
     "Niet een ieder die tot mij zegt ‘Here, Here’ zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie dot de wil van Mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: ‘Here, Here, hebben wij niet in uw naam geprofiteerd en in Uw naam boze geesten uitgedreven en in Uw naam vele krachten gedaan?’ En dan zal Ik hun openlijk zeggen: ‘Ik heb u nooit gekend, gaat weg van Mij, gij werkers van de wetteloosheid." Mattheüs 7:21-23.

     Uit deze verzen wordt duidelijk dat een overweldigende meerderheid van de Christenen niet klaar is om Christus te ontmoeten als Hij wederkomst. Volgens de profetie, zullen deze allen bevonden worden het Beest te aanbidden. Dit feit moet ons iets duidelijk maken over de aard van het Beest want, als deze macht zich erin beroemt antichristelijk te zijn zoals velen verwachten, zouden er weinigen in de Christelijke wereld moeten zij die bevonden worden dit Beest te aanbidden.

     Het volgende punt ter overweging is, is dat het Beest het lichaam heeft als dat van een luipaard, en in Daniël 7:6, de natie van Griekenland werd aangeduid als een luipaard (schrijf om onze verhandeling over "De Opkomst en Ondergang van Keizerrijken"). Weinigen zijn er die zich realiseren hoe de heidense Griekse filosofie de gehele wereld compleet heeft veroverd; en het speelde eveneens een vooraanstaande rol in de formatie van het gedachtegoed van de Kerk.
     Er waren verscheidene Griekse filosofen die beroemd zijn vanwege de impact die zij hadden op het menselijke denken. Gedurende de Middeleeuwen, toen de Bijbel taboe was, zochten velen het licht in Plato, Aristoteles en Socrates. Zoals men kan verwachten, drong hun heidense filosofie grotendeels door in het religieus denken, helpende vele van de concepten, die deel werden van het Christelijk geloof vorm te geven, maar waar voor geen Bijbelse ondersteuning was.
     Plato bijvoorbeeld, geloofde in de onsterfelijkheid van de ziel. Volgens hem gingen helden en edele personen dadelijk naar onderkomens en plaatsen van beloning, terwijl het gewone volk neerdaalde naar helse regionen om daar te worden gestraft voor hun voor zondige verontreiniging totdat ze gereinigd waren. Hier zien wij het religieuze geloof van het opgaan naar de hemel van de heiligen bij het sterven en eveneens de doctrine van het vagevuur.
     Plato geloofde eveneens in het concept van het scheiden van lichaam en geest. Hij geloofde dat dit werd bereikt door het lichaam te onderwerpen aan bederf en afscheiding van de maatschappij. Hiermee legde hij de grondslag voor wat later opkwam als het geloof in het kloosterwezen en boetedoeningen.

     Een ander punt van aandacht is dat het Beest opkam uit het water van de zee. Volgens Openbaringen 17:15, verwijst dit water naar "mensen, menigten, naties en talen." Wat deze tekst dus bedoeld is dat, als dit Beest opkomt, het opkomt in ene gebied dat dicht bevolkt is – een gebied als Europa, en niet in de wildernis, of een gebied dat dunbevolkt is.
     Het is eveneens belangrijk te begrijpen dat er van dit Beest is geprofiteerd dat het macht werd gegeven voor 42 maanden, of drieëneenhalf jaar in profetische tijd. Aan de hand van de Joodse kalender van dertig dagen, zou 42 maanden of drieëneenhalf jaar, 1260 profetische jaren betekenen. In Bijbelse profetie zou één dag in profetische tijd één jaar in letterlijke tijd zijn (zie Numeri 14:34; Ezechiël 4:6). Wij begrijpen dus dat het Beest 1260 profetische dagen, of 1260 letterlijke jaren, zou regeren.


De Kleine Hoorn

     In Daniël 7, wordt ditzelfde Beest vergeleken met een Kleine Hoorn, of koninkrijk, dat drie horens, of koninkrijken, ontworteld en vernietigd en vervolgens grote godslasterlijke woorden tegen God zal spreken (zie Daniël 7:8, 20-25). Deze macht zal regeren voor "een tijd, tijden en een halve tijd" Daniël 7:25. Een "tijd" vertegenwoordigd één jaar in Bijbelse profetie. De Kleine Hoorn zal dus regeren een tijd – 1 jaar, tijden – twee jaren en een halve tijd – een half jaar. Opgeteld komt dit uit op drieëneenhalf jaar, ofwel weer 42 maanden, of 1260 profetische dagen, ofwel 1260 letterlijke jaren. Samenvattende, de profetieën aangaande het Beest en de Kleine Hoorn verwijzen dus naar dezelfde religieuze macht.

     Als beide profetieën verwijzen naar de macht die 1260 jaren zal regeren, wanneer is deze periode dan begonnen? Een belangrijk punt dat ons helpt de tijd te bepalen voor de opkomst van deze macht, is dat het gegeven zal worden haar zetel, haar autoriteit en haar macht door de draak.
     Ondanks dat deze draak wijst naar Satan (zie Openbaringen 12:9), verwijst het meer specifiek naar het oude heidense Romeinse Rijk, dat Satan gebruikte, in een poging om het mensenkind – Christus – te doden zodra het was geboren (zie Mattheüs 2:1-18; Openbaringen 12:2-5). De zetel van het oude Romeinse Rijk was de stad van Rome. En omdat de datum voor de ondergang van het Romeinse Rijk in het jaar A.D. 476 was, is het duidelijk dat dit Beest niet vast op haar plaats en autoriteit kon zitten na deze datum.

     Hoe kon het Beest dan bestaan? Toen het Romeinse Rijk onderging, was haar koninkrijk verdeeld in tien naties. En wat was de religieuze macht die oprees uit de restanten van het heidense Romeinse Rijk? Door de titels en autoriteit van haar Keizerlijke voorgangers op te eisen, probeerde de Rooms Katholieke Kerk geleidelijk aan haar macht over deze tien naties van Europa te vergroten. Al gauw ontvingen de staatshoofden van de staten hun kroon en regeerden in meer of mindere mate afhankelijk van de Rooms Katholieke autoriteit. Ondanks dat er zijn die betogen dat het pausdom primair een religieuze macht is, moeten wij onder ogen zien dat het eveneens een politieke macht is die ambassadeurs en functionarissen uitzendt en ontvangt als een politieke staat.
     Toen de Rooms Katholieke Kerk gaandeweg meer macht en controle over deze tien staten van Europa won, werd het duidelijk dat allen, behalve drie van deze staten (de Heruli, de Vandalen en de Ostrogothen), voorstander waren en neerbogen voor de Katholieke religie en autoriteit. Dus voerde de Katholieke Kerk oorlog met deze drie staten en vernietigde hen met succes ( de Heruli in 493, de Vandalen in 534 en de Ostrogothen in 538) – precies zoals de Bijbel profeteerde van de Kleine Hoorn! Het jaar 538 is dus het startpunt voor de regering van het Beest.

     De Bijbel toont ook duidelijk dat, aan het einde van de 1260-jarige regering van het Beest, hij van zijn macht zou worden beroofd en het een wond zou ontvangen die een dodelijke slag zou lijken te zijn. Deze wond zou echter helen en dezelfde macht zou weer regeren en autoriteit uitoefenen over de koningen van de aarde.
     Beginnende haar regering in het jaar 538, regeerde de Katholieke Kerk precies 1260 jaren en ontving haar dodelijk wond in het jaar 1798. De legers van Napoleon marcheerden door Europa, vernietigende monarchie en de Kerk. De Franse generaal Berthier marcheerde naar Rome en nam Paus Pius VI gevangen en voerde hem terug naar Frankrijk, waar hij de rest van zijn leven sleet in ballingschap. De Rooms Katholiek Kerk was zodoende, voor onbepaalde tijd, zonder een zichtbaar hoofd aan het roer. Dit was wel degelijk een dodelijke wonde aan het hoofd van de kerk, omdat zonder een zichtbaar hoofd of paus, de Katholieke Kerk dood was! Ze had 1260 jaren lang geregeerd en was nu machteloos – precies volgens de profetie.
     Velen waren van mening dat er een einde was gekomen aan de kerk en dat zij nooit meer een rol van betekenis kon spelen op het politieke toneel.. Vele jaren lang bleef deze situatie onveranderd, totdat in 1929 kardinaal Gasparri en Benito Mussolini het concordaat ondertekenden dat de wereldlijk macht van pausdom herstelde. Het Vaticaan begon opnieuw te functioneren zoals van tevoren.
     Niemand kan in twijfel trekken dat het pausdom veel van heer prestige heeft herwonnen dat zij twee eeuwen geleden had verloren. In de jaren vijftig, toen President Harry Truman probeerde een officiële ambassadeur af te vaardigen naar het Vaticaan, veroorzaakte dit zulk een storm van protest, dat het voor hem onmogelijk was dit na te volgen. Toen President Reagan hetzelfde dertig jaar later probeerde te bereiken, ontmoette hij slechts weinig tegenstand.

     Een ander opmerkelijk punt is dat het Beest poten heeft als die van een beer. De Beer in Daniël 7:5 vertegenwoordigt het rijk van de Meden en Perzen en hadden een unieke methode van regering. Als de koning van de Meden en de Perzen een wet uitvaardigde, werd die gezien als onherroepelijk. Eens vastgesteld, was het onmogelijk om die te herroepen (zie Daniël 6:8, 12, 15). Hetzelfde geldt voor de doctrine van de onaantastbaarheid van de paus bij officiële toespraken en wetten of doctrine vaststelt.

     Op het hoofd van het Beest waren eveneens namen van godslasteringen geschreven. Het Bijbelse concept van godslastering wordt gevonden in Marcus 2. De leiders van het Joodse volk beschuldigden Jezus van godslastering omdat Hij vergeving gaf voor zonden, een voorrecht dat alleen aan God toebehoort. (zie Marcus 2:5-7) De Katholieke Kerk beweert deze autoriteit ook te hebben.

     Ten slotte kan nog worden opgemerkt, dat de profetie melding maakt van de macht van het Beest om oorlog te voeren met de heiligen van God. Niemand die enige kennis heeft van de geschiedenis kan ontkennen dat deze beschrijving de Rooms Katholieke Kerk meer dan past. Het is een bescheiden schatting dat de Rooms Katholieke Kerk, tijdens haar 1260 jarige regering, meer dan vijftig miljoen mensen ter dood heeft gebracht. Waarom deze mensen ter dood werden gebracht? Omdat zij de waarheid van de Bijbel en hun geweten volgden – zelfs als dat verschilde van de gevestigde lering en autoriteit van de Kerk. Het is dus duidelijk dat het Beest van Openbaringen 13:1-10 en de Kleine Hoorn van Daniël 7 onmiskenbaar verwijzen naar de Rooms Katholieke Kerk!
     Het is waar dat religieuze tolerantie tegenwoordig meer verspreidt is dan in het verleden, maar toch wijst de Bijbelse profetie op het feit dat dit niet altijd zo zal blijven. De dodelijke wond zou geheel genezen en zal de Katholieke kerk snel haar verloren macht herwinnen. Dan, samen met de Protestantse kerken die verbonden zijn met en gelijken op haar, zullen de vervolgingen van het verleden hervatten tegen hen die weigeren te accepteren en te leven onder haar autoriteit in religieus geloof en praktijk, en in plaats daarvan ervoor kiezen de waarheid van de Bijbel en hun geweten te volgen (zie Openbaringen 13:15-17).

     Wij begrijpen dat God de Bijbelse profetieën niet gegeven heeft als een aanklacht tegen individuen, maar tegen afvallige religieuze systemen. God heeft Zijn volk de profetische waarschuwingen gegeven opdat zij niet in haar onschuld beïnvloedt word door de afvalligheid van Rome of in één van de andere afvallige kerken van het Protestantisme die met Rome verenigd zijn.
     God verwijst in Openbaringen 18 naar deze afvallige systemen van geloof als Babylon In deze laatste dagen zien wij dat, net zoals God Lot riep uit het verdorven Sodom voor haar vernietiging, Hij een tegenwoordig een roep door de wereld doet gaan om "uit haar te gaan, Mijn volk"; om het te scheiden van al deze corrupte religieuze systemen van afvalligheid, "opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen" Openbaringen 18:4.

     Duidelijk waarschuwt God Zijn volk niet samen te komen met afvallige kerken of met ongelovigen, maar om gescheiden van hen te blijven. Als het toch doorgaat lidmaat te blijven van, of verenigd blijft met, deze corrupte afvallige kerken, zal het onrein zijn in de ogen van God, Hij zal hen niet beschouwen als Zijn zonen en dochters, en zij zullen het eeuwige leven verliezen (zie 2 Corinthiërs 6:14-18; Jesaja 52:11; Micha 2:10).

     Vanwege Gods grote liefde voor hen die nog steeds verbonden zijn met dit religieuze systeem van afvalligheid, de velen die Hem oprecht liefhebben met hun hele hart, waarschuwt Hij hen te ontsnappen aan het grote gevaar waar zij zich in bevinden. Uit liefdevolle goedheid en tedere genade roept God Zijn volk uit al de kerken, om te voorkomen dat zij samen met Babylon ten onder gaan, en in plaats daarvan verbonden worden met Christus en Zijn Koninkrijk van gerechtigheid en zo het eeuwige leven te ontvangen.
     "Vlucht uit Babel, laat ieder zijn leven redden; komt niet om in zijn ongerechtigheid…Trekt eruit weg, mijn volk, en laat ieder zijn leven redden voor de brandende toorn van de HERE." Jeremia 51:6, 45.